CFM1414 Concertvelddrums
8-laags ketel van esdoornhout
De CFM1414 is voorzien van hetzelfde type esdoornketel dat in de CSM-serie voor een rijke resonantie en warme klank zorgt. De klank blijft ook in situaties met een hoog volume duidelijk te onderscheiden, terwijl er tegelijkertijd subtiele expressie mogelijk is.
Extra diep snarebed
Het snarebed (het deel van de ketel dat contact maakt met de snares) is 3,5 mm diep, waardoor het contact met de snares wordt verbeterd en de snarerespons wordt versterkt, met name bij een laag volume.
* Snarebed: Een ondiep snarebed heeft de neiging om de ketelresonantie te benadrukken, terwijl een diep snarebed een scherpere snarerespons produceert.
Tweezijdig gesneden draagrand
Een tweezijdig gesneden draagrand positioneert de top, die in contact komt met het slagvel, ongeveer 4 mm binnen de buitenomtrek van de ketel. Dat is iets verder naar binnen dan bij een conventionele ketel. Omdat de top van de rand meer richting het midden van de ketel ligt, wordt het contact geoptimaliseerd en wordt de spanning op zowel de rand als het slagvel verminderd voor een eenvoudigere afstelling en een stabielere basistoonhoogte, evenals een betere attack in het geluid.
Ventilatiegaten
Hoewel diepe ketels vaak resulteren in een slechtere snarerespons, zorgen de ventilatiegaten die strategisch op vier plaatsen in de buurt van de snares zijn geplaatst, voor een optimale respons in de CFM1414.
Roestvrijstalen rechte snarekabels
Rechte snarekabels zijn een ideale match voor de CFM1414. Rechte kabels zorgen voor een geringere mate van demping op het ondervel dan spiraalkabels, zodat de totale respons scherper is en er een heldere frasering mogelijk is. Het ontwerp met de snare aan de binnenkant maakt de bediening eenvoudig.
Q-type snaremechaniek
Dit Q-type snaremechaniek is eenvoudig te bedienen en zorgt voor een betrouwbare AAN-UIT-werking.
Buisspanblokjes
Er worden buisspanblokjes gebruikt die minimaal contact maken met de ketel, om de resonantie van de ketel te maximaliseren. Deze spanblokjes verdelen ook de spanning over het boven- en ondervel, waardoor de belasting zo wordt verdeeld dat er een minimale spanning op de ketel komt te staan.