[Experiment1] Het materiaal van de hamers veranderen

Hoe verandert het geluid wanneer het vilten gedeelte van de hamer door andere materialen wordt vervangen? We experimenteerden met verschillende materialen om de hamer te maken.

  1. Bereid vijf sets met de houten onderdelen van de hamer.
  2. Vervang het vilt door andere materialen in de vorm van de hamer.
  3. Plaats één voor één elke hamer in het pianomechaniek.
  4. Druk de toets op het toetsenbord in en luister naar het geluid.

Vilt (normaal)

Urethaanschuim

Golfkarton

Rubberen gum

Leer

Papierklei

*Het geluid dat bij de experimenten is opgenomen, verschilt van de feitelijke muzikale toonhoogte.

We maakten hamers van in totaal vijf verschillende materialen die zwaarder, lichter, harder en zachter waren dan vilt. Als de hamer zelfs 1 mm breder was dan normaal, zou hij aangrenzende hamers raken en moeilijk te bewegen worden. Als de hamer in enige mate verticaal uitsteekt, kan de snaar niet krachtig genoeg worden geraakt om voldoende geluid te krijgen, wat resulteert in een zacht, zwak geluid. Het nauwkeurig vormgeven van de hamer was het moeilijkste deel van het experiment.

Blauw urethaanschuim is een lichter materiaal dan vilt. Het produceerde een zacht, gedempt geluid. Toen het golfkartonnen oppervlak de snaren raakte, maakte het een helder, knapperig geluid. Het volgende was het rubberen gum. Vanwege het gewicht dachten we dat het de snaar krachtig zou raken en een luid geluid zou maken, maar het geluid was onverwacht zacht. Het leer werd dun gespleten en in lagen opgerold voordat het tot hamervorm werd gevormd. Het produceerde een redelijk goed geluid. Het leer is matig elastisch en kan dicht bij de eigenschappen van vilt komen. Het laatste was papierklei. Het was het hardste en zwaarste materiaal dat we gebruikten en het produceerde een scherp, hoog geluid, vergelijkbaar met dat van een bekken of een Taishōgoto (Japanse liggende harp). Het nadeel is dat de hamer te zwaar was en het moeilijk was om herhalingen te spelen omdat sommige delen van het mechaniek niet in hun rustpositie kunnen terugkeren.

Van deze materialen produceerde leer het geluid dat het dichtst bij vilt ligt. Zelfs als de sterkte waarmee de toets wordt aangeslagen varieert, was er echter bijna geen verandering in de klank van de noot. Bij vilt werd het geluid harder naarmate de toets harder werd aangeslagen en de indruk die de klank maakt, verandert van een zacht gevoel naar een sterk, krachtig gevoel.